Voortgang volgens student zelf:

15%

Voortgang volgens de docent:

25%

Natuurkunde

Natuurkunde probeert te begrijpen hoe de wereld en het universum werkt. Daarvoor proberen we (wiskundige)regels te bedenken die ons helpen om te voorspellen hoe dingen in de toekomst zijn. Blijft een gebouw staan? Hoe hard raak je de grond als je valt enz

nr.

title

subject

sub subject

student verdict

teacher verdict

1

Berekeningen doen aan objecten en plaatjes op schaal

2

Een hypothese opstellen bij een onderzoeksvraag en verwachtingen formuleren

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A5

3

Een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek ter beantwoording van een of meerdere onderzoeksvragen.

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A5

4

De uitvoering en de resultaten van een onderzoek evalueren. gebruik makend van de begrippen nauwkeurigheid. betrouwbaarheid en validiteit

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A5

5

Voorstellen doen voor verbetering van een ontwerp. onderbouwd door natuurwetenschappelijke kennis

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A6

6

Grafieken aflezen

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A8

7

een grafiek maken

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A8

8

spreidingsgrafiek maken

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A8

9

de significantie van meetwaarden en uitkomsten van berekeningen weergeven in het juiste aantal significante cijfers

Natuurkunde wetenschappelijke vaardigheden

A8

10

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: meetlint. maatglas. stopwatch en weegschaal:

Natuurkunde vaardigheden

A11

11

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: stemvork. toongenerator. oscilloscoop. GM-teller

Natuurkunde vaardigheden

A11

12

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: krachtmeter. luchtkussenbaan. stroboscoop

Natuurkunde vaardigheden

A11

13

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: (vloeistof)thermometer. veer

Natuurkunde vaardigheden

A11

14

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: filters. spectroscoop

Natuurkunde vaardigheden

A11

15

Gebruik maken van meetinstrumenten en apparaten voor het in de praktijk uitvoeren van experimenten. Met: elektroscoop. voedingsapparaat. regelbare weerstand.

Natuurkunde vaardigheden

A11

16

Lengte/omtrek van verschillende geometrische figuren berekenen (Cirkel. driehoek. rechthoek....)

Natuurkunde vaardigheden

A12

17

oppervlakte van verschillende geometrische figuren berekenen (cirkel. driehoek. rechthoek. samengesteld plat vlak. bol. cilinder)

Natuurkunde vaardigheden

A12

18

volume van verschillende geometrische figuren berekenen (balk. cilinder. bol)

Natuurkunde vaardigheden

A12

19

onbekende zijdes uitrekenen in rechthoekige driehoeken.

Natuurkunde vaardigheden

A12

20

onbekende hoeken uitrekenen in rechthoekige driehoeken.

Natuurkunde vaardigheden

A12

21

rekenen met machten van 10

Natuurkunde vaardigheden

A12

22

De wetenschappelijke notatie toepassen op getallen

Natuurkunde vaardigheden

A12

23

Lengte eenheden omrekenen met verschillende SI-voorvoegsels

Natuurkunde vaardigheden

A15

24

oppervlakte eenheden omrekenen met verschillende SI-voorvoegsels

Natuurkunde vaardigheden

A15

25

Volume eenheden omrekenen met verschillende SI-voorvoegsels

Natuurkunde vaardigheden

A15

26

eenheden omrekenen met behulp van binnas-tabellen boek

Natuurkunde vaardigheden

A15

27

Formules omschrijven om n variable uit te kunnen rekenen

Natuurkunde vaardigheden

28

Formules substitueren

Natuurkunde vaardigheden

29

Oplossen van tweedegraads vergelijkingen

Natuurkunde vaardigheden

30

oplossen van twee lineaire vergelijkingen met twee onbekende

Natuurkunde vaardigheden

31

Oplossen van twee vergelijkingen met twee onbekende

Natuurkunde vaardigheden

32

Eenheid van een variabele in een formule bepalen

Natuurkunde vaardigheden

33

Wiskundige verbanden herkennen in een grafiek (evenredig. omgekeerd-evenredig. wortelverband. kwadratisch. omgekeerd kwadratisch)

Natuurkunde vaardigheden

A12

34

Formule opstellen vanuit een (trendlijnen in een) grafiek

Natuurkunde vaardigheden

A12